Koortsboekje

door Herman Aa
www.dierenadviesonline.nl

Koorts is geen ziekte….maar wijst er wel vaak op!

De oude Grieken wisten dat 2500 jaar geleden al.
Ze dachten dat koorts als een reinigend vuur door het lichaam gaat.
De filosoof Parmemides stelde zelfs:
“Geef me de macht koorts op te wekken en ik genees elke ziekte!”

Eeuwenlang werd deze mening in stand gehouden en tot in de vorige eeuw werd een Ferrum candens – een therapeutisch brandijzer – gebruikt om kunstmatig koorts op te wekken.
Daar hield je dan een paar enorme brandwonden aan over en…koorts! (Zo’n koortsaanval wordt soms nu nog opgewekt als therapie bij malaria en kanker.)
Je ziet het in de milde vorm wanneer je verkoudheden ed.  probeert te bestrijden met een warme deken, kruik, etc.

Wat is koorts dan wél?

Het is een algemene afweerreactie van het organisme op een ziekteproces.

Dus er is een verstoring van de balans tussen de verschillende lichaamsfuncties en koorts is daarbij het signaal – het controlelampje – die de ontregeling aangeeft.


Meestal flikkert dit lampje maar zwakjes
Rectaal gemeten is 38.0-38.5* Celsius de normale temperatuur van uw hond of kat.
Een schommeling van enkele tienden zie je in de loop van de dag altijd wel, zelfs het vriendelijkste dier is in de ochtend wat ‘koeler’ en zelfs de temperatuur van de rustigste kat kan bij ‘koortsachtige activiteit’ iets stijgen!
De dierenarts spreekt pas van koorts wanneer de thermometer 1 graad hoger staat en van hoge koorts boven de 40 graden Celsius.

Deze niet normale ophitting van het lichaam wordt veroorzaakt door ingewikkelde warmtevormende processen die gestuurd worden vanuit het warmteregulatiecentrum. Dit is een controlesysteem van het centraal zenuwstelsel en het bevindt zich in de hersenen. Hier worden alle afwijkingen van de organische functies geregistreerd.

Bij een verwonding of ontsteking worden de afweersystemen door ‘verwarming’ geactiveerd. Daarbij ontstaat soms een vreemd soort misverstand in de interne communicatie van het lichaam.

Sommige prikkelende stoffen zoals afbraakproducten van bacteriën of witte bloedlichaampjes kunnen een signaal afgeven: ‘hier is het te koud’, ondanks dat er sprake is van normale temperatuurswaarden.

Deze melding bereikt niet alleen het warmteregulatiecentrum – die als antwoord geeft dat het enkele graden warmer moet worden – maar ook de patiënt zelf die dan reageert met kippenvel en koortsrillingen.

Koorts komt zelden alleen

De warmtegloed in het lichaam mobiliseert zo dus de afweersystemen, maar zorgt ook voor een onbehagelijk ‘ziek’ gevoel. Pols en ademhaling versnellen, de eetlust is weg en uw huisdier voelt zich gewoon niet lekker.

Koorts is dus een belasting voor het lichaam en moet goed onder controle worden gehouden.
De uitdrukking: ‘Met vuur kun je parasieten uitroeien, maar daarmee kan ook het hele huis afbranden’, is hier dus van toepassing.
Voor deze ‘brandbestrijding’ wordt het volgende aangeraden:
– laat vooral de dierenarts de oorzaak van het ‘ziek-zijn’ vaststellen
– gebruik op eigen houtje geen koortswerende middelen
– jonge dieren kunnen snel hoge koorts krijgen zonder ernstige oorzaak, ook hier alléén in overleg bepaalde medicijnen geven
– extra drinken verstrekken bij koorts is goed
– gebrek aan eetlust is normaal en een korte periode niet eten is geen probleem
– laat ze met rust en zorg dat ze zich niet hoeven in te spannen

Eerst de temperatuur meten
Om een betrouwbaar beeld te krijgen van de lichaamstemperatuur is het nodig een koortsgrafiek te maken. Dit doe je door ‘s morgens en ‘s avonds op vaste tijden de temperatuur op te nemen en bij jonge dieren ook ‘s middags.
Aan de hand van het koortsverloop kan het type koorts vastgesteld worden, zodat de dierenarts gemakkelijker een diagnose kan stellen.
De oudste manier om de temperatuur te meten is door handoplegging. Maar een warme of koude neus bij uw huisdier is geen betrouwbaar meetgegeven, laat staan zijn voorhoofd, dus is het beter een goede thermometer te gebruiken, liefst een elektronische.
Al sinds de 18e eeuw wordt met glasgeblazen thermometers de temperatuur gemeten, waarbij sinds 150 jaar polsfrequentie en ademhaling belangrijke meetpunten zijn voor het stellen van een exacte diagnose.
Een digitale thermometer heeft hierbij nogal wat voordelen. De batterij heeft een lange levensduur, ze hebben een korte meettijd nodig, zijn waterdicht en nauwkeurig.
De meettijd is slechts 60-90 seconden en er komt een goed hoorbaar signaal wanneer de juiste temperatuur bereikt is.
Ze hebben meestal een geheugen, zodat de laatst gemeten temperatuur automatisch wordt vastgehouden ter vergelijking en de thermometer schakelt automatisch uit, waardoor de batterij het zo’n 3 jaar volhoudt.
Rectale meting is het beste en dan moet de thermometer iets schuin worden gehouden zodat ie tegen de wand van de endeldarm wordt gedrukt voor de beste meting van de lichaamstemperatuur.

Nog vragen? Bel uw dierenarts of vraag ons om advies