www.dierenadviesonline.nl
* Hyperthyreoïdie – overactieve schildklier bij katten
Een vaak voorkomend probleem bij de oudere kat
Een overactieve schildklier (hyperthyroïdie) is de meest voorkomende hormonale stoornis bij katten.
De ziekte was tot voor 25 jaar nog zo goed als onbekend, maar wordt nu ook in Nederland en België steeds vaker waargenomen.
In meer dan 95% van de gevallen is de oorzaak een goedaardige tumor in de schildklier, waardoor deze te veel schildklierhormoon produceert. Deze overproductie leidt tot een intensievere stofwisseling, waarbij verschillende lichaamsprocessen ernstig beïnvloed worden.
De symptomen van een overactieve schildklier
De te hoge productie van schildklierhormoon leidt tot een aantal kenmerkende symptomen:
– duidelijke verhoging van de eetlust; de kat kan zelfs uitgehongerd lijken;
– desondanks vermagert de kat langzamerhand;
– de kat wordt nerveus en agressief;
– de kat is hyperactief: miauwt veel, loopt continu rond en slaapt weinig;
– de vacht ziet er onverzorgd en ruig uit;
– de kat braakt veel en lijdt vaak aan diarree.
Verder zien we een snelle, soms zelfs een geforceerde ademhaling en een snelle bonzende hartslag.
In 10 tot 20% van de gevallen van overactieve schildklier zijn er alleen enkele afzonderlijke, onspecifieke ziektverschijnselen waar te nemen.
Bij zulke zogeheten ‘atypische gevallen’ kunnen katten zelfs een normaal gewicht behouden of zich rustig of depressief gedragen. Aangezien een overactieve schildklier vooral bij oudere katten voorkomt, is het raadzaam bij katten ouder dan 8 jaar preventief een schildklieronderzoek te laten doen.
Vaststellen van de aandoening
De beschreven symptomen kunnen het aanknopingspunt zijn om aan een schildklieraandoening te denken. De dierenarts kan verdere aanwijzingen krijgen door de schildklier af te tasten.
Uiteindelijk kan echter alleen met bloedonderzoek de definitieve diagnose worden gesteld. In de meeste gevallen levert het bloedonderzoek een eenduidige diagnose op. Soms kan het echter nodig zijn om bepaalde tests te herhalen of andere tests uit te voeren.
Vroegtijdige diagnose is belangrijk!
Als de schildklieraandoening niet op tijd wordt vastgesteld en behandeld, dan leven de zieke katten over het algemeen niet langer dan 1 tot 2 jaar. De vroegtijdige dood van het dier is vooral te wijten aan de veranderingen in het hart. Door de chronische overbelasting van het hart kan de hartspier namelijk dikker worden en sluiten de kleppen onvoldoende. Door de hoge bloeddruk kunnen ook de nieren worden beschadigd.
De behandeling
Er zijn verschillende mogelijkheden om de schildklieraandoening te behandelen.
1. Met medicijnen
We kunnen een zogenaamde schildklierremmer toedienen. De kat moet dit geneesmiddel gedurende de rest van zijn leven iedere dag toegediend krijgen. Voor katten is een speciale tablet ontwikkeld.
Eerst krijgt de kat enige tijd een zogenaamde startdosis. Tijdens deze instelfase moet het bloed regelmatig worden gecontroleerd om het succes van de behandeling te kunnen vaststellen en de juiste onderhoudsdosis te kunnen bepalen. Daarna krijgt de kat een ‘onderhoudsdosis’. Vanaf dat moment is het raadzaam om de kat elk halfjaar te laten onderzoeken.
2. Met een operatie
Als er besloten wordt om te opereren, dan moet de toestand van het dier eerst worden gestabiliseerd door het schildklierremmende geneesmiddel 2 tot 3 weken lang toe te dienen. Pas daarna mag de operatie uitgevoerd worden. De operatie wordt wel uitgevoerd door gespecialiseerde dierenartsen, maar houdt toch altijd een zeker risico in. Vlakbij de schildklier ligt namelijk de bijschildklier en wanneer die wordt beschadigd of zelfs verwijderd, dan ontstaat een levensgevaarlijk tekort aan calcium in het bloed. Bij sommige katten kan een tweede operatie of behandeling met medicijnen nodig zijn.
3. Radiologische joodbehandeling
Bij de radiologische joodbehandeling wordt radioactief jood (jodium-131) toegediend.
Dit vernietigt het overactieve schildklierweefsel zonder het gezonde, normale schildklierweefsel aan te tasten. Deze behandeling wordt in Europa alleen uitgevoerd in enkele centra die daarvoor zijn uitgerust en daar speciaal toestemming voor hebben in het kader van de regelgeving over bescherming tegen stralingsgevaar.
Hoewel dit een zeer efficiënte behandeling is, heeft deze methode een groot nadeel: het gebruik van radioactieve stoffen. De kat dient te worden opgenomen en in een speciaal geïsoleerde ruimte te blijven tot de radioactiviteit voldoende is afgenomen.
Hyperthyroïdie in het kort
1. Een overactieve schildklier is de belangrijkste hormoonziekte bij oudere katten.
2. In veel gevallen heeft de kat symptomen, maar soms ook niet.
3. Kenmerkende symptomen zijn: grote eetlust, vermagering, nervositeit,
agressiviteit, hyperactiviteit, ruig uitziende vacht, braken en diarree.
4. Het is raadzaam om bij elke oudere kat (ouder dan 8 jaar) de schildklier
regelmatig te laten onderzoeken.
5. Bloedonderzoek is belangrijk voor het vaststellen van de diagnose en voor
het vaststellen van het effect van de medicijnen.
6. Vroegtijdige opsporing voorkomt gevolgschade aan hart en nieren.
7. Als op tijd met de behandeling wordt begonnen, kan de kat langer leven.
* Hypothyreoïdie bij de kat (traag werkende schildklier)
Dit komt zelden voor bij de kat.
Het is een tekort aan T4 ofwel Thyroxine (schildklierhormoon) en is te meten in het bloed.
Symptomen:
Trage stofwisseling – dik worden, huidaandoeningen en maag-darmaandoeningen.
Behandeling:
Toevoegen van het schildklierhormoon Thyroxine op voorschrift van de dierenarts.