www.dierenadviesonline.nl
Inleiding
Een veel voorkomend probleem bij huisdieren is de aanwezigheid van vlooien. De aanwezigheid van deze kleine bruine, zijdelings afgeplatte diertjes leidt vaak tot heftige jeuk en krabben bij uw huisdier.
Het is niet altijd even makkelijk om een vlooienbesmetting vast te stellen. Vooral bij dichtbehaarde of langharige dieren zijn deze kleine watervlugge insecten moeilijk te vinden.
Bovendien leven vlooien niet op dieren, ze eten er alleen maar.
Nadat ze hun buik vol hebben verdwijnen ze snel naar de leefomgeving van uw huisdier; helaas is dit in de meeste gevallen uw huis!
Uit onderzoek is gebleken dat 99% van de vlooien in de omgeving zitten en slechts 1 % op uw huisdier.
De vlo die u bij uw dier ziet is dus het topje van de ijsberg!!
U kunt daarom beter uitkijken naar de aanwezigheid van "vlooienpoepjes": kleine zwartbruine korreltjes die zich tussen de haren bevinden.
Tip:
Een test of dit zwartbruine goedje poep of aarde is, is de volgende proef:
Leg wat van de poepjes op een witte tissue en druppel er een paar druppels water op: vlooienpoep kleurt het papieren velletje bruinrood, het is zoogdierenbloed, opgezogen en deels verteerd door de vlo!
De vlo
Er komen twee soorten vlooien voor: de hondenvlo en de kattenvlo.
Hiervan komt de kattenvlo veruit het meeste voor, ook bij honden.
Om zich te kunnen voortplanten heeft de vlo een bloedmaaltijd nodig.
Hierna legt de vlo enige tientallen tot honderden eitjes, die in de directe omgeving van uw huisdier (uw huiskamer) op de grond vallen.
Na 6-8 weken – bij warm weer veel sneller – hebben zich uit de vlooieneitjes weer nieuwe vlooien ontwikkeld; deze zoeken weer een nieuwe gastheer op. Vooral na vakanties kan dit op grote schaal gebeuren (vlooienplaag !).
Aangezien de eieren ook in huis liggen kunnen onze dieren ook in de winter vlooien krijgen.
Gevolgen
Om aan bloed te komen bijt de vlo een klein bloedvat aan en zuigt het hieruit stromende bloed op.
Om te voorkomen dat dit bloed gelijk stolt, spuit de vlo een klein beetje speeksel in de huid. Dit speeksel bevat een eiwit wat de bloedstolling remt.
Sommige dieren vertonen echter een allergie voor vlooienspeeksel, waardoor een vlooienbeet er voor kan zorgen dat het dier zich gedurende 5-7 dagen geen raad weet van de jeuk. Ook oude – vroegere – bijtplekken kunnen na een nieuwe beet gaan meedoen met deze reactie!
Honden bijten dan delen van de huid kapot, vaak tot bloedens toe.
Een en ander wordt nog extra vervelend wanneer tevens de anaalklieren ontstoken zijn. De reactie op een vlooienbeet is dan nòg heftiger.
Het is altijd verstandig de dierenarts te vragen deze klieren te controleren.
Bij de kat zijn vaak over de hele rug tientallen kleine bultjes en korstjes te voelen. Het achterste gedeelte van de rug kan kale plekken vertonen, ook dan is er zo goed als altijd sprake van een anaalklierontsteking, die ook hier zo’n geweldig sterke huidreactie teweeg kan brengen.
Het voortdurende likken (en bijten) van de vacht leidt ook nog al eens tot de vorming van haarballen in de maag en/of darmen en dit geeft dan aanleiding tot braakklachten, kans op vermagering en andere nog ernstiger verschijnselen, zoals een totale darmafsluiting.
Laat uw dierenarts dit altijd controleren.
Deze vorm van allergiesymptomen (overgevoeligheid) kunnen zowel bij de hond als bij de kat snel en effectief worden bestreden.
Daarbij moeten de vlooien afdoende, grondig en langdurig, worden bestreden.
Vlooienbestrijding
Voor de bestrijding van vlooien staan ons vele middelen ter beschikking. Hiervan zijn er maar enkele ècht afdoende.
Er moet daarbij een onderscheid gemaakt worden tussen honden en katten die allergisch zijn voor vlooien of bepaalde vlooienmiddelen en honden en katten die geen vlooienallergie hebben.
Niet allergische honden en katten
Bij een dier dat niet allergisch is voor het speeksel van de vlo staan een tweetal middelen ter beschikking:
1. De eerste groep middelen doodt de vlo voordat deze de hond of kat prikt, dit zijn:
– vlooienbanden (voor kleine, kortharige honden en katten),
– poeders (voor met name .jonge dieren maar kortwerkend),
– shampoos (ook met een kort effect dus meer aanvullend),
– sprays voor op de hond en/of kat, deze spray is ongevaarlijk voor de huisdieren zelf, wordt nl. niet in de bloedbaan opgenomen maar in de talgklieren en het bovenhuidse talglaagje opgenomen en werkt bij de hond ook ongeveer een maand tegen teken.
– druppels in de nek (werken tussen 3 en 6 weken vlododend)
2. De tweede groep middelen werkt van binnenuit, dat wil zeggen: uw huisdier moet eerst door de vlo geprikt worden waarna deze door het opzuigen van het bloed het antivlooienmiddel binnenkrijgt.
– druppels in de nek of
– vlooiendodende pillen
– vlooienpil of suspensie – dit middel doodt niet de vlo maar zorgt ervoor dat de vlooieneitjes niet uitkomen zodat de vlo uitsterft doordat zij onvruchtbaar is geworden.
(Voor de kat ook als injectie verkrijgbaar hij de dierenarts.)
3. Verder zijn er middelen die de vlo in de omgeving van uw dier doden, de zogenaamde mand en interieursprays.
Van belang is hierbij, dat het middel groeiremmers bevat die ook de eitjes en de larven, die zeer resistent zijn, doodt.
Allergische honden en katten
Bij deze dieren is het van belang, dat het dier niet gebeten wordt of in aanraking komt met het speeksel van de vlo omdat, zoals eerder vermeld, één vlooienbeet in de 6 dagen de allergie volledig in stand kan houden.
Dat betekent dat voor deze dieren alleen middelen geschikt zijn die op het dier gebruikt worden en dáár al de vlo doden.
Dit zijn de middelen uit de eerste groep.
Als er sprake is van een ernstige vlooienoverlast kan het, zeker als er meer dieren in huis zijn, aan te raden zijn de vlooienpil erbij te gebruiken, omdat dit het vlooienprobleem grondig en definitief oplost.
Tevens is het van het grootste belang de omgeving van het dier regelmatig te stofzuigen en te behandelen met een mand- en interieurspray. Dit hoeft meestal maar eens in de 3-4 maanden.
Biobandjes, homeopathische druppeltjes, knoflookpillen en halsbandzendertjes hebben helaas geen aantoonbaar effect op de vlo.
Shampoos en poeders zijn alleen geschikt als aanvullend middel bij de bestrijding van vlooien, omdat ze slechts kort werken en dus niet 100% afdoende zijn.
Lintwormen
Zowel bij de hond als ook de kat wordt de lintworm overgebracht door vlooien. De met lintwormlarven besmette vlooien worden bij het verzorgen van de vacht door uw huisdier gevangen en opgegeten. In de darm komen deze lintwormlarfjes bij vertering van de vlo vrij en groeien dan uit tot volwassen lintwormen.
Van deze lintwormen treffen we de losgelaten witte segmenten – zo groot als rijstekorrels – aan op de ontlasting.
De lintwormen zijn goed te bestrijden met lintwormtabletten.
Om te voorkomen dat de lintwormen telkens terugkeren, dienen echter ook de vlooien te worden aangepakt.
Lintwormbestrijding zonder een afdoende vlooienbestrijding is dan ook niet goed mogelijk.
Samenvatting
– Heeft uw dier last van vlooien, pak het grondig aan.
– Behandel het dier en zijn omgeving.
– Gebruik middelen die effectief en veilig zijn (o.a. voor kinderen).
Succes!!