Afgelopen voorjaar meende mijn vrouw ‘dat ik aardig gegroeid was deze winter’ en argeloos gaf ik toe dat mijn broeken behoorlijk begonnen te knellen.
“Ik zal er met het eten een beetje op letten”, probeerde ik, maar dat vond ze maar niks.
Het voorstel was – omdat ze zelf ook af wilde vallen – om samen een kuur te volgen. Een slankheidsdieet.
“Dat is gemakkelijk en gezellig”, zei ze !
Niet wetende wat een slankheidsdieet voorstelt, maar omdat mijn vrouw het woord ’gezellig’ had laten vallen zei ik dat ik wel mee wilde doen.
Gezelligheid kent geen tijd dacht ik en ik zit nog altijd liever 2 uur in een bruin café dan ’n ½ uur bij de dokter, dus ik dacht in mijn onschuld ‘gezellig samen op dieet, dat is met zijn tweetjes gemakkelijker, goed voor de lijn, de gezondheid en de portemonnee’!
Had je gedacht. Het is helemaal niet gezellig en wat je gezondheid betreft, daar zet ik de nodige vraagtekens bij, je voelt je als een kat zo beroerd en wat het geld betreft, het is merakels duur, ook dát nog!
Maar nu loop ik vooruit op de zaak, want ik begon met frisse moed.
Op de folder stond dat ik kon kiezen uit verschillende smaken: sinaasappel, citroen, kruiden en nog een hoop trammelant meer. Ik begon met sinaasappel omdat ik dat in gedachten associeerde met gezond; lekker veel vitamines en het rode-rozige van de vrucht. Ook zag ik mezelf al als een slanke, blozende door-en-door gezonde kerel: fris en vrolijk, elke morgen de paden op, de lanen in.
Vergeet het maar, ik wist niet waaraan ik was begonnen. Maar goed, ik ben nu eenmaal een wat argeloze en goedige kerel en geloof alles wat de leden van het vrouwelijke geslacht mij vertellen en ben altijd voor hen één en al oor. Met een nog tintelende blik in de ogen en in het vooruitzicht van heel veel moois en goeds begon ik aan de beker met het slankheidsdieet die mijn vrouw me voorzette.
Niets, maar dan ook niets kon op dat moment mijn vertrouwen ondermijnen en als me toen gevraagd was ‘geloof je er vast in’? had ik uit het diepst van mijn hart gezegd: ‘Wis en waarachtig geloof ik erin’! Tja, toen nog wel! Met een gretigheid als was het een schuimend glas bier – er zat inderdaad aardig wat schuim op – zette ik de beker gezondheid aan mijn mond. Ik rook een vage sinaasappelgeur, maar de ondertoon was wat zurig. Na de eerste slok begon zich al een spoortje argwaan in mijn brein te ontkiemen. Echter, wanneer je eenmaal begint moet je dor blijven slikken of je nou wilt of niet. Niet dat ik van mijn stokje ging, maar mijn maag protesteerde hevig, het spul viel er namelijk als een blok in.
“Daar wen je wel aan” zei mijn vrouw – toen ze mijn verkramping waarnam – waarop ik meesmuilend zei: ”Ik wíl helemaal niet wennen aan zoiets afschuwelijks!” Ook toen ze nog eens verwoordde hoe mooi en prettig het zou zijn om slank en gezond door het leven te gaan, dat de zomer in aantocht was en mijn vlotte zomerbroeken en dito hemden weer uit de kast konden worden gehaald, het deerde me niet.
Ook toen ik riep ‘dat ik helemaal niet meer vlot wilde zijn en liever 2 goede biefstukken zou eten dan één slechte’, het hielp allemaal geen zier. Het was alsof ik tegen dovemansoren – ofwel tegen dovevrouwsoren – sprak. “Je bent eraan begonnen, dan moet je het ook doorzetten".
Maar na drie smartelijke dagen vloog ik van pure ellende tegen het plafond en kocht een pakje shag, terwijl ik al twaalf jaar niet meer had gerookt – over gezond gesproken! Toch ben ik in een maand tijd vier kilootjes afgevallen en de daarop volgende maand weer vier kilo’s aangekomen.
De broeken zitten me weer even strak – ik ben de oude weer – met dit verschil dat het me een hoop geld heeft gekost, de rook me de oren en neusgaten uitslaat en dat ik op de koop toe ’s morgens een vreselijk vieze smaak in mijn mond heb. Gezellig!
De schrik sloeg me dan ook om het hart toen mijn goede vriend Poortman opgetogen aan kwam zetten met ‘een super uitgebalanceerd dieet’ – blijkbaar doelend op het over de riem puilende buikje!
”Man praat me er niet van”, probeerde ik nog, maar hij riep er alle heiligen bij en bezwoer me dat het het eenvoudigste, gezondste en goedkoopste (ja, hij kent me) dieet ter wereld was. Toch wat nieuwsgierig vroeg ik wat dat dan wel voor een wonderdieet zou mogen zijn.
“VDH”, zei hij, met veel nadruk nog eens: “Het VDH-dieet”. “VDH? Dat ken ik niet, wat mag dat voorstellen?” probeerde ik. “Heel eenvoudig” zei Poortman met diepe plechtige stem: “Vreet De Helft!”.