HOE KRIJG IK MIJN HONDJE ZINDELIJK?

Nooit straffen, altijd belonen!!

door Herman Aa

Aandacht
Voor jonge honden werken maar twee methodes goed:
1. Nooit straffen als het misgaat
2. Altijd belonen als het goed is gegaan
Straffen is een vorm van negatieve aandacht en daar is
het hondje ook al blij mee!

Hoe te beginnen met zindelijkheidstraining?
In de slaap- of verblijfsruimte van de hond staat ook zijn
mand. Een bench of een lichtgewicht opklapbaar looprek,
zoiets als een box voor de baby, kan natuurlijk ook.
Hierin kunnen ze dan zonder problemen de nacht of korte
perioden overdag doorbrengen.
Dus niet in een gesloten kartonnen doos, die lijkt op een
soort gevangenis, maar gewoon lekker in de open ruimte
waar hij graag is.
Het beste kunt u beginnen met kranten neer te leggen.
Na een tijdje zie je dat ze een vast plekje hebben uitgekozen
en daar moeten de kranten blijven liggen, met een verse krant
ernaast! Je kunt nu eenmaal niet verwachten dat hij de hele nacht zindelijk zal blijven. 
Heel consequent en zeer attent zijn geeft al snel een goed resultaat.
Zodra de pup bijvoorbeeld in cirkels begint rond te draaien en al snuffelend een plaatsje zoekt, moet je hem op een krant zetten of snel naar buiten doen. Hééft hij dan zijn kleine of grote boodschap achtergelaten, prijs hem dan uitbundig.
       
Baby
Pups zullen instinctmatig hun eigen nest schoon houden, maar op een leeftijd van circa 8 weken zijn ze volledig te vergelijken met een baby.
Ze zijn nog zo lek als een mandje en hebben nog maar weinig invloed op de darm- en blaascontracties.
Het is daarom nodig dat ze een twaalftal keer per dag op regelmatige tijden worden uitgelaten. Zeker direct nadat ze wakker worden en na iedere maaltijd of stoeipartij moeten ze de mogelijkheid krijgen om hun behoefte te doen. Het beste kan de pup ’s avonds laat en ’s morgens zo vroeg mogelijk worden uitgelaten zodat de periode ’s nachts niet te lang voor hem wordt, wanneer hij zijn best doet zindelijk te blijven.
Al na enkele weken kunt u weer rustig een ochtendje uitslapen…
Doet de pup inderdaad zijn boodschap buiten, dan is het goed, en kunt u hem prijzen en belonen, bijvoorbeeld met hondensnoepjes. 
Deze methode geeft een veel positiever resultaat dan het bestraffen van ongewenste boodschappen in huis! Als ze worden bestraft, kun je niet verwachten dat ze dat begrijpen en ze zullen nooit het verband leggen met de boodschap die ze in huis hebben gedaan…
       
Goot
Zodra de hond oud genoeg is om mee te gaan voor een wandeling (aan de lijn natuurlijk), moet je hem leren zijn behoeften te doen in de goot, dus nooit op stoep of straat. Laat hem hierbij niet te veel aan allerlei viezigheid ruiken waardoor hij risico op allerlei infecties loopt.
Leer pups al op jonge leeftijd wennen aan het verkeer en aan het lawaai en aan de mensen die daarbij horen. Zo krijg je een rustige en evenwichtige hond die zich niet bij ieder kraakje een puist schrikt. Ook het laten wennen aan mensen en mensenmassa’s is van belang. Zo voorkom je angstbijters.
Veel jonge honden zullen kleine hoeveelheden urine laten lopen als ze erg opgewonden zijn of uit onderdanigheid, bijvoorbeeld als je thuiskomt.
Hiervoor mag je ze nooit bestraffen omdat dit een onwillekeurige reflex is die hij niet onder controle heeft. Zodra ze wat ouder zijn, gaat dit meestal vanzelf over.
      
Luisteren
Pups zijn kleine enthousiastelingen. Het zal daarom niet meevallen ze al snel naar commando’s te laten luisteren.
Om mee te beginnen en om een snel resultaat te krijgen, moet u daarom zoveel mogelijk zijn naam gebruiken.
Dit kan bijvoorbeeld als zijn eten klaarstaat, als je een spelletje wilt doen of als je hem een lekkernij wilt geven. Het is goed om hierbij op te merken dat je bezig bent hem een goede gewoonte aan te leren. Het moet daarom een plezierige ervaring zijn voor de pup wanneer hij naar zijn naam luistert.
Je kunt zijn naam beter niet gebruiken als je hem voor een van zijn baldadigheden wilt bestraffen. Een hond heeft beperkte mogelijkheden tot het associëren van woorden en daden. Je moet het hem dus niet te moeilijk maken.
Probeer altijd te voorkomen dat de pup verband gaat leggen tussen het roepen van zijn naam en het krijgen van een afstraffing. Wanneer je de hond corrigeert voor iets dat je hem niet kunt toestaan, moet je altijd naar de pup toe gaan en hem dus nooit naar je toe laten komen.
Pups zitten vol energie, zijn erg speels en nieuwsgierig.
Omdat ze gemakkelijk zijn af te leiden, is hun vermogen om zich te concentreren nog beperkt. Het is dus goed om niet te vroeg te beginnen met de hond af te richten. Het is veel belangrijker dat je ervoor zorgt dat hij in dit stadium geen slechte gewoontes aanleert; die zijn op oudere leeftijd veel moeilijker af te leren. Dit alles vraagt dus een vooruitziende blik en een weloverwogen aanpak.
Als je het leuk vindt om de pup op de zitbank te zien klimmen, moet je je wel afvragen of je hem dit op oudere leeftijd niet kwalijk gaat nemen. Dat geklim is een stuk minder leuk als je hond eenmaal volwassen is en met modderpoten op de bank duikt!
       
Commando’s
Daarom is het goed je te realiseren dat er enkele zeer nuttige en praktische oefeningen zijn die je de hond vrij snel en zonder al te grote problemen kunt aanleren. Dit is het op commando liggen en het op de plaats blijven zolang dat van hem wordt verwacht.
Je moet hiervoor korte en bondige bevelen gebruiken, bijvoorbeeld Af, Zit, Blijf en Vrij. Het voordeel hiervan is dat je de hond met een gerust hart kunt laten wachten buiten de winkel waar je inkopen doet; natuurlijk niet in te drukke en voor de hond te gevaarlijke straten. Zo kun je de hond gemakkelijker op zijn plaats of buiten de woonkamer laten als je bezoekers hebt die om een bepaalde reden niet op honden gesteld zijn of er zelfs bang voor zijn.
Ook moet je de pup de betekenis van de uitroep ’Nee!’ aanleren. De toon waarop dit bevel wordt uitgesproken, is in het begin belangrijker dan de betekenis ervan. Wil je hem iets verbieden, dan moet dit ook duidelijk in de toon tot uiting komen, terwijl je zoveel mogelijk dezelfde uitdrukkingen moet gebruiken. Het te vaak herhalen van bevelen is ook uit den boze en schreeuwen tegen een jonge hond dus ook!
Het gehoororgaan van een hond is veel gevoeliger dan dat van de mens. Hij hoort je dus altijd wel. Het is meestal een kwestie van niet (willen) begrijpen. Dus wen hem eraan dat alleen de toonaard wisselt en niet het volume. Zo krijg je een goed opgevoede hond die naar je luistert alsof hij met het nieuwste handsfreemobieltje loopt.

KAT EN HOND
Het is goed om nog enkele woorden te besteden aan het samenleven van een hond en een kat in hetzelfde gezin.
Als je de dieren op de juiste wijze aan elkaar leert wennen, zullen ze dikke vrienden worden. Een kat kan wel degelijk samenleven met een hond, het zijn geen natuurlijke vijanden.
Het beste kun je met een jonge poes en een jonge hond beginnen.
Begin je met volwassen dieren, dan moet je ze eerst in een gescheiden ruimte van het huis houden, zodat ze aan elkaars geur kunnen wennen.
Als je al een volwassen hond in huis hebt en er een jonge kat bij zou willen nemen, moet je extra voorzichtig zijn. De hond kan al te nieuwsgierig of onvoorzichtig worden en de kitten laten schrikken, waardoor hij de ogen van de hond met zijn klauwen zou kunnen beschadigen.
 
SPEELKAMERAAD
Er zijn drie zaken waaraan je hond boven alles behoefte zal hebben:
1. Eén ’baas’ in wie hij vertrouwen heeft
2. Een vaste plaats in de woning
3. Een speelmakker

Aan de eerste twee voorwaarden kun je gemakkelijk voldoen.
Het laatste kan wat moeilijker zijn en toch moet je hieraan voldoende aandacht schenken, zeker bij bepaalde honden: de wat meer vereenzaamde typen.
In zo’n geval zal het verstandig zijn om er een hond bij te nemen, vooral als hij veel alleen is of zich niet goed kan vermaken. Zelfs een poes in huis of gewoon wat speelgoed is vaak al voldoende en misschien zijn de kinderen zijn speelkameraad 

Zie ook www.dierenadviesonline.nl en www.dierenboekenonline.nl