Nieuws over zoönosen voor veterinairen

Leishmaniasis
De zoönose Leishmaniasis wordt veroorzaakt door de eencellige parasiet Leishmania spp. Bij mensen kan de parasiet ernstige huidinfecties en inwendige aandoeningen veroorzaken. Het reservoir is de hond. De parasiet wordt overgedragen door een vector, een zandvlieg (figuur 1).
De ziekte komt voor in landen rond de Middellandse Zee. In deze landen, vaak een vakantiebestemming (figuur 2), wordt de infectie frequent in de dierenartsenpraktijk waargenomen. Om diverse redenen wordt de infectie in de Nederlandse praktijk ook frequenter gezien. Deze toename komt niet doordat honden vaker mee op vakantie gaan. De verblijfsduur van de honden is in het algemeen te kort om geïnfecteerd te kunnen raken. Dit is niet het geval bij de invoer van zwerfhonden uit deze landen of het terugkomen van honden na militaire missies. Het is bijvoorbeeld geconstateerd dat honden die naar Afghanistan werden uitgezonden, na een half jaar geïnfecteerd terug kunnen komen (1). Het probleem daarbij is dat op het moment van invoer of bij terugkomst uit endemische landen moeilijk is vast te stellen of de hond geïnfecteerd is. Sommige honden tonen symptomen heel kort na de infectie, bij anderen is de infectie hun hele leven aanwezig, zonder ooit klachten te hebben.
De parasiet kan zich inkapselen in diverse organen zoals de milt, de lever, maar ook in beenmerg en/of lymfeklieren. Op zo’n moment is de infectie niet aan te tonen door een serologische test. Het blijkt dat slechts bij 30% van de asymptomatisch geïnfecteerde honden detecteerbare antistoffen worden aangetroffen. Bovendien zijn er meerdere soorten van de Leishmaniaparasiet die de kans op een vals negatieve uitslag verhogen. Het is aan te bevelen dat de dierenartsenpraktijk een protocol voor de detectie van infectie bij import opstelt, met tevens een behandelprotocol (2).
De zandvlieg die de Leishmaniaparasiet overbrengt komt niet endemisch in Nederland voor. Mocht blijken dat deze vectoren in Nederland kunnen overleven, of dat andere vectoren de parasiet kunnen overdragen, dan wordt overdracht van de infectie van (niet gedetecteerde) geïnfecteerde honden naar andere honden of mensen mogelijk.
Vanuit dier- en volksgezondheidsoogpunt is het van belang door te geven aan de nVWA wanneer u als practicus een autochtone infectie heeft bevestigd.

Figuur 1. Levenscyclus van Leishmania spp. Bron: Proefschrift (3)

Figuur 2. Geografische verspreiding van enkele Leishmania species: donker gestippeld gebied L. infantum; grijs gebied L. major en L. tropica. De rode stippen geven de plaatsen Bagdad en Uruzgan aan. Bron: gewijzigd naar een kaart in Slappendel en Ferrer (4)