Osteodystrofie bij satijncavia’s

        
Osteodystrofie is een ziekte die helaas vaak geconstateerd wordt bij satijncavia’s.
Het is een stofwisselingsziekte die de botten aantast.
Satijncavia’s zijn de laatste jaren erg populair en ze zijn er in alle caviarassen.
De satijncavia is te herkennen aan zijn vacht. Ze blinken als een spiegel.
Hun haren zijn hol en weerkaatsen daardoor het licht.

               

In Berlijn is een aantal jaren geleden wetenschappelijk onderzoek verricht naar osteodystrofie bij de satijncavia.
Daaruit bleek dat het merendeel van de onderzochte satijnen aan osteodystrofie leed.
De oorzaak is vermoedelijk een genetisch defect in de stofwisseling.
Het is een zeer pijnlijke ziekte die in de dierenartspraktijk vaak niet wordt herkend.

Daarom wil ik u vragen om het bijgevoegde artikel goed door te lezen.
Als u vragen of opmerkingen heeft, kunt u uiteraard altijd contact opnemen met ondergetekende.

Met vriendelijke groet,

Desiree Riemersma-Soentjens, caviarusthuis Knoevel

OSTEODYSTROFIE BIJ SATIJNCAVIA’S
Osteodystrofie is een stofwisselingsziekte die de botten aantast. In 1999 werd aan de Universiteit van Berlijn onderzoek verricht naar deze aandoening bij satijncavia’s. Uit het onderzoek bleek dat de overgrote meerderheid van de onderzochte satijnen leed aan Osteodystrofie (OD)

Bij een gezond dier wordt calcium aan de botten onttrokken en weer teruggevoerd. Deze wisselwerking wordt gestuurd door hormonen.
In de bijschildklier wordt het hormoon Parathormoon (PTH) geproduceert, dit zorgt voor de onttrekking van calcium uit de botten. Het schildklierhormoon Calcitonin bevordert weer de opname van kalk in de botten. Bij een gezond dier is deze wisselwerking in balans.
Bij een reductie van calcium in de botten, reageert de bijschildklier met een overmatige produktie van PTH. Oorzaken kunnen zijn een hormoonproducerende tumor van de bijschildklier, maar ook calciumgebrek in het bloed. In het laatste geval zal er door de bijschildklier nog meer PTH geproduceerd worden om de lage bloedcalciumspiegel te reguleren met calcium uit de botten. De botten worden dan als het ware gebruikt als calciumdepot voor het bloed.
Wordt het calciumgebrek chronisch, dan onstaat er botontkalking (osteoporose) en verbindweefseling (osteitis fibrosa)van het bot, oftewel Osteodystrofie.
Osteodystrofie (OD) leidt tot een week en instabiel skelet en veroorzaakt veel pijn.

Aanhoudend calciumgebrek kan verschillende oorzaken hebben:
• een slechte verhouding calcium/fosfor in de voeding (fosfor hoog/calcium laag)
• een slechte resorptie van calcium uit de darm, door bijv. een chronische darmziekte, of vitamine D3 gebrek. Vit. D3 speelt een grote rol bij calciumresorptie uit de darm in het bloed. Te weinig zonlicht en chronische lever- en nierziektes kunnen tot een vit.D3 gebrek leiden.

Bij het onderzoek in Berlijn zijn de voeders die de onderzochte satijncavia’s te eten kregen onderzocht op slechte calcium/fosfor verhoudingen. Die bleken er niet te zijn.
Het toedienen van calcium aan de zieke satijntjes leverde geen resultaten op, de ziekte werd niet vertraagd.

Verder zouden bij een slechte huisvesting met te weinig zonlicht, ook de niet satijnen cavia’s binnen diezelfde huisvesting, problemen moeten hebben en dit was niet het geval.

Door bloedonderzoek en pathalogisch onderzoek werden lever- en nierziektes uitgesloten. Bij secties werden ook geen tumoren aan de bijschildklier gevonden en eveneens waren er geen veranderingen aan de darmen te zien, die zouden kunnen wijzen op een chronische darmziekte.
Gedacht wordt aan een genetisch defekt in de stofwisseling. In welk deel van de stofwisseling het defekt zit, is nog onduidelijk. Vermoedens bestaan dat de calciumabsorptie in de darmen verstoord is. Dit vermoeden wordt bevestigd door het feit dat het toedienen van calcium geen effect heeft op de ziekte.
Om dit alles verder uit te zoeken, is DNA onderzoek nodig. Dit is echter erg kostbaar. Alleen de materiaalkosten zullen zo’n € 25.000 bedragen. Tot op heden is er geen geld beschikbaar gemaakt voor dit onderzoek.

Het onderzoek in Berlijn heeft alweer een aantal jaren geleden plaatsgevonden en met de bevindingen van dit onderzoek is weinig gedaan. Het werd door veel mensen zelfs genegeerd, of als onzin afgedaan.

.
Als opvang hebben we al vele malen satijncavia’s opgevangen en wat altijd opviel, was het vaak kleine postuur van de dieren. Ook deden zich vaak kiesproblemen voor, die niet opgelost konden worden door het vijlen van de kiezen. Een aantal cavia’s moest worden ingeslapen om, op dat moment nog onduidelijke redenen.
Toen ik hoorde van het onderzoek in Berlijn vielen echter heel wat puzzelstukjes op de plaats.
Sinds die tijd laten we al onze satijntjes röntgenen en helaas moeten we tot de conclusie komen dat osteodystrofie wel degelijk een probleem van de satijncavia is. Waarschijnlijk is het een erfelijke kwestie, maar helaas is DNA onderzoek vreselijk duur en is er weinig animo om zo’n onderzoek te financieren.

Wij zullen geen satijncavia’s uitplaatsen, alleen in sommige gevallen, als de rontgenfoto’s geen OD aantonen, aan mensen die bekend zijn met de ziekte en het dier goed in de gaten zullen houden. Satijntjes met OD, of verdacht van OD, zullen bij ons blijven. Verder zullen we proberen de ziekte zoveel mogelijk onder de aandacht van de mensen te brengen. Veel dierenartsen zijn niet bekend met dit probleem en we hopen dat mensen die dit lezen, het artikel zullen uitprinten en aan hun dierenarts geven.
In de loop der jaren zijn er waarschijnlijk heel wat satijncavia’s ingeslapen om onduidelijke redenen. Als een dierenarts van de ziekte afweet en hij of zij krijgt een satijncavia ter behandeling aangeboden, dan zal hij alert zijn op osteodystrofie.

SATIJNCAVIA
Satijncavia’s zijn er tegenwoordig in alle rassen: Rex, US Teddy, Borstel, Sheltie, Gladhaar enz.
Satijncavia’s blinken als een spiegel, dit wordt veroorzaakt doordat de haren hol zijn en daardoor het licht weerkaatsen. Satijncavia’s hebben over het algemeen ook een zachtere beharing. De satijnbeharing versterkt ook de kleur, de kleuren lijken veel dieper. Op onze site vindt u een aantal foto’s van satijncavia’s en niet satijntjes, zo kunt u het verschil zien.

SYMPTOMEN

Vaak merkt men dat de cavia wat begint af te vallen, ondanks een normale eetlust. Na een tijdje kan het gewichtsverlies echter behoorlijk zijn en merkt men dat de cavia problemen heeft met het eten van harde dingen. Vaak denken mensen dat de cavia nog steeds goed eet van zijn harde droogvoer, omdat de cavia met de pootjes op de voerbak staat en men de neus in de voerbak ziet gaan. Als men goed kijkt, ziet men echter dat de cavia moeite heeft met het pakken van het eten en zeker met het verwerken van het eten.
Uiteraard kunnen er door dit veranderde eetgedrag ook haakjes op de kiezen ontstaan. Het vijlen van de kiezen zal in het geval van een cavia met OD weinig zin hebben, omdat het de pijn in de kaak niet oplost. Heeft u een satijncavia met kiesproblemen, dan is het aan te raden om een rontgenfoto te laten maken.
Satijncavia’s met een door OD aangetaste kaak, zullen ook vaak een opgezette kaak hebben. Een dierenarts moet dit kunnen voelen. Kan de cavia niet meer zelfstandig eten, dan is euthanasie de enige juiste oplossing.

Dieren met problemen aan de achterhand zullen vaak wat moeilijk lopen, of een huppelende gang hebben (zoals een konijn huppelt). Als ze liggen, doen ze dat op zo’n manier dat de achterpoten ontlast worden (achterpootjes onnatuurlijk gespreidt). Tijdens het staan zie je dat de cavia afwisselend de beentjes ontlast.

Als de ziekte vergevorderd is, zal de cavia amper kunnen lopen en geen vast voedsel meer kunnen verwerken. In dit stadium van de ziekte zal op een rontgenfoto te zien zijn dat het hele skelet ontkalkt is.

Uiteraard is het zaak om te proberen het niet zover te laten komen. Ik ben niet van mening dat een satijn met OD onmiddellijk moet worden ingeslapen. Als het dier nog goed kan eten en plezier in zijn leventje heeft, is het de moeite waard om hem, met eventuele pijnmedicatie, nog een goed leven te bieden. Is de ziekte vergevorderd en wordt het een lijdensweg, dan is euthanasie de enige optie. Er is geen genezing mogelijk.

De symptomen openbaren zich over het algemeen op een leeftijd van 1 tot anderhalf jaar. Er zijn echter ook gevallen waarbij de symptomen veel eerder beginnen, zelfs al met 3 maanden.

In de meeste gevallen zijn de lange botten aangedaan: Femur, Tibia, Humerus, Radius/Ulna. Ook het bekken vertoont vaak veranderingen. De schedel is ook vaak aangedaan. In zeer ernstige gevallen kan het gehele skelet aangetast zijn.
De röntgenfoto’s van de achterhand worden eigenlijk op dezelfde manier gemaakt als HD foto’s voor honden. De cavia hoeft niet onder narcose voor de röntgenfoto’s.

Bloedonderzoek geeft veranderde waardes in calcium, fosfor en alkalische fosfaten. Dit is echter niet alleen kenmerkend voor osteodystrofie, maar komt ook bij andere botaandoeningen voor.

Histologisch ( Histologie = weefselleer) onderzoek van de botten is belangrijk. Als de cavia is overleden, wordt daarvoor sectie verricht en worden stukjes bot uitgenomen en naar het lab gestuurd.

Sectie kan een beeld geven van de ernst van de OD. Het röntgenonderzoek is veruit het belangrijkste voor het stellen van de diagnose. Histologie en bloedonderzoek zullen de diagnose kunnen bevestigen.

In feite kan je stellen dat röntgenfoto’s de diagnose geven en bloedonderzoek en histologisch onderzoek een bevestiging kunnen geven.

GEZONDE SATIJNFOK????
Veel Nederlandse fokkers wensen het probleem van osteodystrofie bij satijncavia’s te negeren. Velen zeggen dat hun satijntjes de ziekte niet hebben, maar komen niet met röntgenfoto’s om dat te bewijzen. Bovendien gaan veel diertjes al op jonge leeftijd over in andere handen en hebben ze er geen idee van hoe het de dieren op latere leeftijd vergaat.

Dan zijn er nog fokkers die de zogenaamde gezonde satijnfok promoten. Over osteodystrofie wordt niks gezegd, er wordt alleen gezegd dat men geen satijn x satijn mag verparen. Satijn X drager wel. Wij hebben satijntjes die uit de combinatie drager x satijn komen en die wel degelijk osteodystrofie hebben. Ook hebben we satijnen die “per ongeluk”in een nest zijn gevallen. Dit wil zeggen dat een van de 2 ouderdieren, blijkbaar een satijndrager was, maar dat de eigenaar dit nooit heeft geweten. Onlangs hebben we zo’n satijntje moeten laten inslapen aan de gevolgen van osteodystrofie!

Het uitsluiten uit de fok van cavia’s met osteodystrofie, is helemaal geen haalbare kaart. De meerderheid van de dieren vertoont pas symptomen en/of botveranderingen op een röntgenfoto, als ze 1 tot anderhalf jaar oud zijn. Gezien het feit dat zeugjes voor hun eerste levensjaar een eerste nest moeten hebben gehad, is het dus niet mogelijk om een selectie te maken.

Vanuit fokkerskringen uit Engeland komen berichten over de hoge uitval in de satijnfok. Zeugjes die doodgaan tijdens de zwangerschap, of vlak na de bevalling, jonkies die het niet overleven enz. Een verklaring hiervoor kan het lage calciumgehalte in het bloed van de satijnzeugjes zijn. Calcium is noodakelijk voor de vorming van het skelet en de tanden. Zwangere zeugen hebben een grotere calciumbehoefte en veel fokkers proberen dit op te vangen door melk en brood te geven. Maar zoals de studie in Berlijn al aangaf, waarschijnlijk kunnen de satijncavia’s door een genetisch defect in hun stofwisseling, de extra calcium niet opnemen in hun lichaam. Het lichaam zal dus meer calcium gaan onttrekken aan het lichaam van de zwangere zeug. Dit leidt tot hypocalcaemie, een ernstig tekort aan calcium in het bloed. Hypocalcaemie tast het zenuwstelsel en de spieren aan. Achterhandsverlamming, stuipen enz. kunnen het gevolg zijn. Eclampsia wordt geassocieerd met hypocalcaemie.

Als een satijnzeug door de dracht komt, kunnen er weer andere problemen de kop op steken. Moedermelk bevat calcium, deze wordt onttrokken aan het lichaam van de moeder. De bijschildklieren reageren hierop door meer PTH te produceren en dus weer meer calcium uit de botten te ontrekken, en zo trachten het calciumgehalte in het bloed op peil te houden. Omdat er niet genoeg calcium in de botten zit, zal het calciumgehalte in het bloed toch gaan dalen en leiden tot hypocaelcemie. Het toedienen van calciuminjecties heeft geen zin, omdat het lichaam niet in staat is calcium op te nemen. Enkele dagen na de bevalling zal de zeug waarschijnlijk sterven.

Als het calciumgehalte in de moedermelk erg laag is, kunnen ook de jonkies hypocaelcemie krijgen en sterven.

Vaak wordt gezegd dat satijncavia’s kleiner zijn dan gewone cavia’s. Om te groeien hebben de botten calcium nodig. Als de kleintjes niet genoeg calcium uit de moedermelk hebben kunnen halen en als ze zelf leiden aan het genetisch defect datde opname van calcium verstoord, dan zal de groei van deze dieren ook verstoord zijn.
Uiteraard zijn er altijd uitzonderingen en zijn er ook grote en forse satijncavia’s.

Het is dus vrij logisch dat men zegt dat beter een dragerzeug gebruikt kan worden, omdat dan de kans op hypocaelcemie vele malen kleiner is. Tot op heden hebben we geen dragers met OD gevonden. Er zullen echter wel satijncavia’s in deze nesten vallen en deze cavia’s zullen een grote kans op OD hebben. Het gebruik van dragers zal dan de problemen tijdens het fokken verminderen, het lost niet het probleem van OD op.

Het is zeer waarschijnlijk dat niet alle satijncavia’s aan de ziekte lijden. Er zullen vast en zeker uitzonderingen zijn. Maar zolang het merendeel van deze diertjes wel osteodystrofie lijkt te hebben, zou het verstandig zijn om er niet mee te fokken. In feite is het ethisch niet verantwoord, om bewust een dier te fokken dat naar alle waarschijnlijkheid een leven vol pijn tegemoet gaat.

Het is geenzins onze bedoeling om de satijnfokkers te benadelen. Het zou geen kwestie moeten zijn van “wij tegen hun”. Het zou juist een samenwerking moeten zijn, om het welzijn van de satijncavia te bevorderen en misschien op die manier erachter te komen of er “gezonde” lijnen zijn en waarom de ene satijn wel OD krijgt en de andere niet. Onderzoek is de enige manier…

INTERNATIONALE RESPONS
Op een stuk over osteodystrofie bij satijncavia’s, dat ik voor een Engelse website heb geschreven, is veel respons gekomen uit de hele wereld. Met name de een club die de belangen van de satijncavia’s in Engeland behartigt, heeft zeer positief gereageerd. Dat de satijntjes vaak niet gezond waren, dat wisten ze wel. De diertjes bleven klein, hadden vaak gebitsproblemen en werden niet oud. Ook waren er veel problemen met bevallingen, zwangerschapsvergiftiging en dode jonkies. Nu weten ze waarschijnlijk waarom. Ze hebben contact met mij opgenomen en ik zal een artikel gaan schrijven voor hun maandblad. Ook zullen ze een rontgenonderzoek bij satijncavia’s starten.
In afwachting van de resultaten van het onderzoek zullen sommige fokkers de fok voorlopig stopzetten.

Er zijn nog veel vragen onbeantwoord over osteodystrofie bij satijncavia’s. DNA onderzoek zou noodzakelijk zijn om tot een daadwerkelijke conclusie te komen, of er in satijncavia’s een genetisch defekt zit dat osteodystrofie veroorzaakt. DNA onderzoek zal er waarschijnlijk niet snel komen, daar is vreselijk veel geld voor nodig.

Wij zullen ons intensief blijven bezighouden met het onderzoek naar de satijnziekte. En ook zullen we satijncavia’s opvangen als mensen ze niet meer willen hebben. Het maakt niet uit of ze van liefhebbers komen, of fokkers, we zullen er voor de dieren zijn.Door het observeren en onderzoeken van deze satijncavia’s komen we wellicht tot meer inzicht in de ziekte.
Voor Phoebe, Knabbel, Pandora en Ploef en al die andere satijntjes die OD hebben, of zijn gestorven aan de gevolgen van OD, zullen we doorgaan, zodat hun leven en hun dood niet voor niets zijn geweest!
Desiree
Copyright Knoevel
Met dank aan: dr. Ewringmann en Drs. Krista Caers

www.knoevel.nl