Overgewicht en obesitas komen meer en meer voor. Niet alleen mensen worden steeds dikker, ook onze huisdieren volgen deze trend. In de 60-er en 70-er jaren schatte men het aantal honden met overgewicht en obesitas op 6 tot 12%. Recente studies in de VS, Europa en Australië spreken echter over percentages van 25 tot 40%. Obesitas is een echte ziekte die een negatieve invloed heeft op de levensverwachting en de levenskwaliteit. Overgewicht en obesitas vergroten het risico op andere ernstige ziektes zoals artrose, suikerziekte, hart- en vaatziekten en luchtwegaandoeningen. Ook neemt het risico bij narcose toe, en hebben dieren met overgewicht vaker last van ontstekingen, bijvoorbeeld van de huid of de urinewegen.
Theoretisch is de oorzaak simpel: teveel opname van calorieën (voeding) en te weinig verbruik (beweging). Maar er spelen ook andere factoren een rol die het plaatje minder simpel maken. Zo geven vaak meerdere gezinsleden de hond te eten, men geeft als extraatje tafelrestanten en tussendoortjes of kiest voor te energierijk voer dat niet past bij de levensstijl. En emotionele aspecten zijn belangrijk: vaak wordt gedacht dat veel en vaak eten geven ook betekent veel en vaak liefde geven. Voor honden en katten echter speelt voeding geen sociale rol. Ook erfelijke factoren spelen mee: sommige rassen zoals retrievers en spaniels hebben sneller last van overgewicht. Tenslotte kunnen onderliggende ziektes zoals een te traag werkende schildklier overgewicht in de hand werken, net als trouwens kastratie of sterilisatie.
Tot voor kort waren dieet en lichaamsbeweging de enige behandelmogelijkheden. Het blijkt echter heel moeilijk om door het trouw opvolgen van dieet- en bewegingsadviezen een blijvende gewichtsafname te realiseren. Een van de redenen is het bedelgedrag van honden: zij blijven zelf vragen om bijvoorbeeld de tussendoortjes waaraan zij gewend zijn geraakt. Nu is er een derde behandelmogelijkheid bijgekomen.
Pfizer Animal Health heeft onlangs een nieuw diergeneesmiddel op de markt gebracht met als werkzame stof dirlotapide. Dit middel versterkt het verzadigingsgevoel waardoor de hond tot 40% minder voedsel tot zich neemt. Het is echter meer dan zomaar een medicijnkuurtje: het gaat om een uniek integraal en geïndividualiseerd behandelingsplan. De begindosering van de eenvoudig 1x daags toe te dienen vloeistof is laag, en wordt in de loop van de behandeling – die indien nodig 12 maanden aaneengesloten mag worden voortgezet – steeds aangepast op basis van maandelijkse controles bij de dierenarts. Zo kan een gestaag en veilig tempo van gewichtsverlies worden gerealiseerd van gemiddeld 3% per maand. Belangrijkste bijwerking die kan worden waargenomen is braken, maar dat is meestal eenmalig.
De werkzaamheid van het middel is aangetoond bij uiteenlopende soorten voeding. In de beginfase hoeft dan ook geen aanpassing van de voeding plaats te vinden. Wel is het belangrijk om, gezien de afnemende eetlust, ervoor te zorgen dat de hond een uitgebalanceerde, complete voeding krijgt. Gedurende de behandelingsperiode zal echter op enig moment wel door dierenarts en eigenaar moeten worden bepaald wat voor de hond een uit calorisch oogpunt correcte voeding is. Ook moet een voldoende niveau van lichaamsbeweging worden vastgesteld. Anders is na het bereiken van het gewenste gewicht en het stoppen met de behandeling de kans op terugval reëel.
Meer informatie: www.mijnhondkanafvallen.nl