Bij veel diersoorten komen stenen of gruis voor in de urine.
Bij katers is dit een regelmatig terugkerend levensbedreigend probleem, maar ook bij paarden komen stenen voor.
Vooral hengsten en ruinen (castraten) geeft dit heftige klachten. In dit artikel enige informatie over urinestenen bij paarden.
In het algemeen wordt onder urolithiasis verstaan het voorkomen (of de vorming) van stenen (calculi) in de urinewegen en ziekten die kunnen optreden tengevolge van stenen in de urinewegen en de hierdoor veroorzaakte afsluitingen van de plasbuis, de urethra.
Bij het paard komen urinestenen voor bij zowel de merrie als de hengst.
Klachten (vrijwel)komen alleen voor bij mannelijke paarden, maar dat is een gevolg van de verschillen in bouw van de urinewegen tussen hengsten en ruinen enerzijds en merries anderzijds. De plasbuis bij de hengst is veel nauwer en lopen de stenen eerder vast.
Bij het paard komen de stenen vooral voor in de urineblaas, waarbij twee soorten stenen kunnen voorkomen:
1. Geelgroene, zachte, ruwe stenen, die gemakkelijk in stukken uiteenvalllen. Deze komen het meest voor.
2. Witte, stevige, vrij gladde stenen, die niet gemakkelijk uiteenvallen.
De diameter van de stenen ligt meestal tussen 1.5 en 20 cm en het gewicht tussen 20 gram en 6 kilogram.
De oorzaak van het ontstaan van de stenen is niet bekend. Er zijn wel diverse factoren genoemd die mogelijk een stimulerende en/of oorzakelijke rol spelen, o.a. beschadiging van het blaasslijmvlies (b.v. bij of na een blaasontsteking), urine die blijft staan in de blaas of tekort aan vitamine A en teveel aan vitamine D.
De aard en de ernst van de ziekteverschijnselen zijn natuurlijk vooral afhankelijk van de grote van de stenen en van het al of niet (volledig) afgesloten zijn van de urine-afvoerwegen (plasbuis). De dierenarts kan met een onderzoek en de klinische verschijnselen de diagnose ¨urinestenen¨ stellen en een behandeling voorstellen.
Voorbeeld van een ruin met urinestenen:
Onze patiënt is een 8 jaar oude ruin. In de urineblaas werd een steen aangetroffen met een diameter van 2 tot 3 cm.
De steen werd met behulp van een via de plasbuis ingebrachte tang verkleind door stukken van het oppervlakkige gedeelte af te breken.
Hierdoor werd de diameter ongeveer een halve centimeter kleiner.
Daarna kon de steen met behulp van de tang via de urethra (plasbuis) worden verwijderd. Ter verwijdering van de stukjes (afgebroken) steen werd de blaas gespoeld met een steriele zoutoplossing (3 liter).
Ter behandeling van de aanwezige blaasontsteking, werden antibiotica en ontstekingsremmers toegediend.
Literatuur:
E. De Jaeger et al.
Cystic urolithiasis in horses.
Equine Veterinary Education 2000;
12(1): 20-23.