VECHT VOOR JEZELF

VECHT VOOR JEZELF EN NIET TEGEN EEN ANDER
In een groot kantoorgebouw staan iedere dag 2 psychiaters en een dame in dezelfde lift, die ’s ochtends altijd haar hondje uitlaat in het nabijgelegen park, maar die verder niets met beide heren van doen heeft.
De ene psychiater is klein, dik en kaal, maar succesvol; de ander lang en knap, maar middelmatig in zijn vak en dat stoort hem blijkbaar nogal.
‘Hij zit dûr nogal met!’ zou Poortman zeggen
De kleine stapt altijd uit op de 2e en de meest chique verdieping, waarbij de lange hem bij het naar buitengaan steevast een neerbuigende tik op zijn kale knikker geeft.
Na het schouwspel regelmatig te hebben bekeken, begint het de dame te vervelen en ze zegt er wat van: “Hoe kunt u dat nu iedere keer van die belachelijke meneer pikken die u op uw hoofd mept? En waarom doet u daar niet wat aan?”
 “Mevrouw”, zegt de kale kleine man, “er is er maar één in dit spelletje die ergens last van  schijnt te hebben en dat is mijn collega, laten we het vooral zo houden. Hij zit blijkbaar ergens mee, maar vooral met zijn eigen frustratie en zal dat blijven zolang in niet reageer!!!”
Wat een wijsheid.
“Tja”, zei Poortman toen ik hem de anekdote vertelde:
“Ik heb us un veearts êkent, die zei ok altied as zien collega’s weer wat ôver hum te mekker’n hadd’n:
‘Vecht veur oezelf en nooit teg’n ûn ander, das altied verlor’n energie! Ie ergert oe dûr allenig maar an!’
En zo is ut!